Onze favorieten
Beroepslezen
De leesclub van…
Pubers en poëzie
Grepen uit de geschiedenis
Jonge lezers
Braaf in de boekhandel
Inschrijven nieuwsbrief
Juni 2020
Als ik zo op zaterdag door onze winkel loop, kan ik het niet laten te denken aan wat er zich daarbinnen allemaal heeft afgespeeld sinds het jaar 1844. Hoeveel tienduizenden keren is de voordeur achter een boekenliefhebber in het slot gevallen? Hoeveel honderdduizenden stukken pakpapier zijn er nét iets te klein afgescheurd om een dik boek in te pakken? En het duizelt me al helemaal als ik denk aan de enorme hoeveelheid boeken die door de jaren heen langs deze wanden heeft gestaan.
Ik stel me dan onwillekeurig wel eens zo’n versneld filmpje uit een natuurdocumentaire voor: zo eentje van een gifgroene varen die zich met geweld uit de vochtige aarde omhoogwerkt. Maar dan met rijen boeken in plaats van planten natuurlijk. In die onmetelijke rij wisselen de boeken elkaar dan zo snel af, dat je de individuele boekbanden niet eens meer kunt zien: die gaan op in een slinger die langzaam van kleur verandert naarmate de jaren verstrijken: leerachtige bruintinten eerst, met hier en daar het glimmen van goudstempeling en het schemeren van grijs karton, die langzamerhand overgaan in zachter groen en bruin van linnen en een heel stuk later in het geflikker van gelamineerde Prisma-pockets.
175 jaar lang huist Van Someren al op ditzelfde adres. Het interieur ziet er intussen alweer bijna een generatie ongeveer hetzelfde uit: in 1979 vond de laatste grote verbouwing plaats. De binnenruimte is toen bijna verdubbeld. Hoe dat kan, zonder te verhuizen? Al in 1847 kocht de oprichter van de winkel, Albert van Someren, het pand aan de Turfstraat, ‘belendende eenerzyds den Heer J.G. Wynveldt en anderszyds den horologiemaker Bucker’, zoals het in het contract heet. Bij dat pand hoorde een achterhuis, gelegen aan de Rosmolensteeg. Daarin was jarenlang de tweedehands afdeling van Van Someren te vinden, en in de jaren dertig werden daar de fietsen van het personeel gestald. Tegenwoordig is in dit gedeelte de kinderboekenafdeling gevestigd. Tussen de twee panden lag een kleine binnenplaats. Die buitenruimte werd in 1979 overkapt: de blinde muren waartegen de boekhandelaar vroeger, vanaf zijn cilinderbureau door het raam kijkend, de zon zag schijnen, stutten nu de kasten met kunst- en muziekboeken, beschermd tegen de elementen.
Als u de volgende keer bij het bureau naast de trap een vraag stelt of een boek bestelt, kunt u zich misschien nog even denkbeeldig koesteren in het zonlicht dat daar meer dan een eeuwlang geschenen heeft. Rietvelds driebuizenlamp doet nu zijn best die zonnige illusie in stand te houden.