Tips
Monika Helfer, Waar vader was
Waarheid en herinnering zijn de pijlers waarop de indrukwekkende memoir Waar vader was van Monica Helfer rust. De Oostenrijkse auteur schrijft over haar ouderlijk huis, haar familie en de invloed van armoede en oorlog op de levens van eenvoudige mensen. Mensen die door Helfers pen prachtig tot leven worden gewekt.
Haar vader was een afstandelijke man, getekend door zijn armoedige jeugd en de oorlog. Hij hinkte, na een nacht in de Russische vrieskou moest zijn been geamputeerd worden. Van hem leerde ze wat een bibliotheek is, hoe boeken ruiken, en wat boeken voor je kunnen betekenen. Haar vroege jeugd bracht ze door in een herstellingsoord voor oorlogsslachtoffers, ‘met eenbenige, eenarmige en hoestende mannen in rolstoel, (…) verknipte, verloren, afgedankte en vergeten mannen. Mannen die men liever niet zag. Omdat ze aan de oorlog herinnerden.’ Haar vader zwaaide hier de scepter. Puur geluk ervoer ze daar, in de frisse berglucht in de wei tussen gentianen en vergeet-mij-nietjes en tijdens de voorleesuurtjes van haar vader.
Aan deze idylle kwam een einde toen het noodlot toesloeg en de kinderen aan hun lot werden overgelaten.
Hylke Speerstra, Testament van de ziel
Twee oude mannen, beiden weduwnaar en jaren geleden naar Canada geëmigreerd, ontmoeten elkaar bij toeval op een rodeofestival. Daar ontdekken ze dat ze een gezamenlijk verleden hebben: hun Friese jeugd. De een is getekend door de oorlog, de ander door armoedige en eenzame kinderjaren. In lange gesprekken vertellen ze elkaar over hun bewogen levens. Konstantin Paustovski is hun held en lichtend voorbeeld.
Een dierbaar verhaal van een integere schrijver.

Knut Hamsun, Onder de herfstster
Hoe ongelooflijk modern Knut Hamsun (1859-1952) schreef (lees Honger – het absolute hoogtepunt in zijn oeuvre en in de Europese literatuur) blijkt ook weer uit zijn zojuist opnieuw vertaalde boek Onder de herfstster (1906).
Het is de frisse, laconieke toon die je meteen het verhaal in trekt:
‘Het is lang geleden dat ik me zo vredig heb gevoeld, misschien wel twintig of dertig jaar, of in een vorig leven. Maar ooit, denk ik, moet ik deze vrede hebben gekend aangezien ik hier loop te neuriën en elke steen en elk sprietje me in vervoering brengt en raakt en ik op mijn beurt hen schijn te raken. We kennen elkaar.’
Aan het woord is de man uit Honger, hij is nu van middelbare leeftijd en lijkt na zijn helletocht in de stad toch goed terecht te zijn gekomen. Hij draagt ‘mooie kleren’, mensen denken dat hij geld bezit. Maar de stad heeft hij achter zich gelaten, ‘omdat ik weer werd geroepen vanuit het landschap en de eenzaamheid waar ik vandaan kom.’ Hij wil rust en verhuurt zichzelf als dagarbeider op het Noorse platteland. Hij metselt, plant struiken, rooit aardappels, trekt weer verder en bluft zich een eind in de rondte. Vrij zijn, buiten slapen en zichzelf een beetje verbaasd doen staan, dat is wat hij wil. En zo gaat hij van het een naar het ander, waarbij vrouwen vaak een belangrijke rol spelen.
Onder de herfstster heeft niet het hallucinerende en overdonderende van Honger maar is weer een heerlijk leesavontuur.
David Grossman, De glimlach van het lam
Eind vorig jaar ontving David Grossman de Erasmusprijs en sinds enkele maanden ligt de heruitgave van zijn in 1983 verschenen eerste roman in de boekhandel: De glimlach van het lam.
Grossman neemt je mee naar een wereld waarin je niet direct begrijpt waar hij naartoe wil, Kaan-ja-ma-kaan, er-was-eens-en-er-was-niet.
De vier protagonisten, Uri, een wat naïeve Israëlische soldaat, zijn vrouw Sjosj, een psycholoog met reddersfantasieën, Hilmi, een gestoorde en verstoten Arabier, Katzman, een cynische en getraumatiseerde Israëlische legerofficier, draaien om elkaar heen. Dan, vanaf hoofdstuk 13, vallen de schijnbaar losse verhalen als puzzelstukken in elkaar en grijpt het boek je bij de keel. Welke keuzes zullen de vier hoofdpersonen maken?
David Grossman zet ons met dit prachtige boek aan het denken over leugen en waarheid in een verscheurd land, waar ieder zijn gelijk bevecht en niemand wint.
Kerstin Ekman, Wolvenkoorts
Op een vroege ochtend, het is intens koud en er hangt sneeuw in de lucht, ziet houtvester en jager Ulf vanuit zijn Noorse schuilhut een wolf. Het is een reusachtig beest. De bijna 70-jarige, nuchtere man, die toch best wat gewend is, is er zó van onder de indruk dat hij er niet over kan praten, zelfs niet met zijn vrouw. De confrontatie zet zijn leven op zijn kop.
‘We leefden een normaal leven. Ik leefde een normaal leven. Tot ik die wolf zag. Ik zag hem en daarna was mijn leven niet meer normaal. Ik begon mijn eigen redenen ter discussie te stellen. De reden om te doden. De reden om hout te kappen volgens een plan.’
Met eenvoudige zinnen zet Kerstin Ekman (u kent haar misschien nog van haar bestseller Zwart water, die begin jaren negentig verscheen) een man neer die met wroeging terugkijkt op zijn leven. Een indrukwekkend boek.