Onze favorieten
Beroepslezen
De leesclub van…
Lezende pubers
Grepen uit de geschiedenis
Jonge lezers
Braaf in de boekhandel
Inschrijven nieuwsbrief
Ine over Een vrouw
Less is more – dat is wat Nobelprijswinnaar Annie Ernaux in Een vrouw laat zien. In nog geen 100 pagina’s beschrijft ze het leven van haar moeder, haar sociaal-maatschappelijke achtergrond en de liefdevolle maar gecompliceerde relatie die ze met haar had.
Het boek, verschenen in 1989 en onlangs heruitgegeven door de Arbeiderspers, is nog onverminderd indrukwekkend. Je moet het langzaam lezen en de thema’s van Ernaux – sociale ongelijkheid, schaamte, eenzaamheid – rustig tot je nemen.
Elke keer als ik iets nieuws van Ernaux lees, denk ik: beter dan dit kan niet. En nu denk ik dat weer. Wat een weergaloos mooi boek.
‘Zij is de enige vrouw die werkelijk voor mij geteld heeft.’
‘Haar diepste verlangen was mij alles te geven wat zij niet had gehad.’
‘In de puberteit heb ik mij van haar losgemaakt en er is tussen ons alleen nog strijd geweest.’
‘Op bepaalde momenten had zij in haar dochter een klasse-vijandin tegenover zich.’
Tussen deze uitersten laveert Ernaux in dit aangrijpende, uiterst persoonlijke en tegelijkertijd universele boek over haar moeder en haarzelf. Met het schrijven heeft ze één doel: haar moeders karaktertrekken – zowel de goede als de slechte – plaatsen in haar geschiedenis en sociale omstandigheden. ‘Deze manier van schrijven helpt mij uit de eenzaamheid en de duisternis van de persoonlijke herinnering te komen, door het ontdekken van een meer algemene betekenis.’
Ernaux’ moeder was levendig, sterk, dominant en onzeker. Ze werd geboren in 1906 in Yvetot, een koud en winderig stadje, waar Ernaux’ grootvader, voerman op een boerderij, en haar grootmoeder, thuisweefster, zich na hun huwelijk hadden gevestigd. ‘Mijn grootmoeder stelde de wet en waakte met schreeuwen en klappen over het “africhten” van haar kinderen.’ Als beste leerlinge van het kanton had grootmoeder onderwijzeres kunnen worden. Maar school was niet belangrijk. Geld wel.
Ernaux’ moeder was de vierde van zes kinderen. Ook zij had hersens, maar school was niet meer dan tijdverdrijf. Op haar twaalfde werd ze een ijskoude margarinefabriek in gejaagd, waar ze pijnlijke kloven in haar vingers aan overhield. En een opstandige geest.
De familie was hecht en luidruchtig. Ze schreeuwden, waren vrolijk en lichtgeraakt en hadden het hart op de tong. ‘Van allemaal was mijn moeder het heftigst en het trotst, met een oproerig inzicht in haar ondergeschikte plaats in de maatschappij.’
Ze was er trots op een arbeider te zijn, maar droomde van een eigen zaak. Samen met haar man – ‘zij was de sociale wilskracht van het paar’ – kocht ze een winkel in dranken en levensmiddelen. En ze was zich er meteen van bewust dat ze haar brood verdiende van mensen die het zelf niet konden verdienen.
Later kochten ze een winkel-café, ze klommen op naar de middenstand. Het onderscheid was niet heel groot, maar ze hielden het hoofd boven water en konden hun enig kind betere kansen bieden. Met als tragisch gevolg dat moeder en dochter uit elkaar groeiden, elkaar niet meer begrepen, dat dochter zich voor haar ouders schaamde, zich thuis verveelde, minachting kreeg voor de dingen die voor hen van wezenlijk belang waren: geloof en geld. Annie las Rimbaud en Prévert, dweepte met onbegrepen kunstenaars, kwam in opstand tegen haar moeder en wilde maar één ding: weg.
Vele jaren later, Ernaux’ vader was al overleden, nam ze haar oude en eenzame moeder in huis. Achteraf realiseert ze zich ‘dat mijn moeder in mijn eigen huis hetzelfde gevoel van ongemak had dat ik als opgroeiend meisje had gekend in de “betere kringen”.’
Onopgesmukt en ingetogen doet Ernaux verslag van haar introspectieve reis naar het verleden. Zelf noemt ze haar boek ‘geen biografie en natuurlijk ook geen roman, maar iets tussen de literatuur, de sociologie en de geschiedenis.’
‘Mijn moeder, die geboren is in een onderdrukt milieu waaruit zij zich los wilde maken, moest eerst geschiedenis worden opdat ik mij minder alleen en kunstmatig voel in de overheersende wereld van woorden en ideeën waarin ik, naar haar wens, ben overgestapt.’
De aanbeveling van Wim Brands achterop het omslag: ‘U moet dit boek lezen’ kan ik van harte onderschrijven. Op mij maakte het een diepe indruk.