Banner trap
< terug naar eerdere favorieten

Tatjana over Nastja’s tranen

Lang geleden mocht ik tijdens mijn studie Slavische Talen een groep begeleiden uit de voormalige Sovjet-Unie. Ik was hun informele tolk tijdens een toeristisch uitstapje in Amsterdam en ze keken hun ogen uit, vooral in de grote warenhuizen. Wat mij altijd is bijgebleven, en sindsdien heeft gefascineerd, was hun enorme drang om weer naar huis te gaan. Ondanks al onze luxe en overdaad wilden ze terug naar het moederland.

Natascha Wodin beschrijft dit thema van heimwee als geen ander. Als kind van ouders die in 1944 als dwangarbeiders door de nazi’s naar Duitsland werden gedeporteerd maakt zij van dichtbij hun gevoel van ontworteling mee. In haar eerste twee boeken beschrijft ze de dramatische geschiedenis van hun levens en de invloed ervan op haar eigen leven. Het zich gevangen voelen tussen Oost en West. Ook in haar nieuwste boek, Nastja’s tranen, wordt ze er weer mee geconfronteerd: ‘Alles wat ik allang achter me gelaten meende te hebben – de angst van mijn ouders, hun rechteloosheid, hun gevoel van onmacht, hun gevoel een speelbal te zijn – kwam nu via de achterdeur weer bij me binnen.’

In een prachtige vertelstijl, die soms bijna terloops aanvoelt (maar nooit onverschillig is!), vertelt Wodin het levensverhaal van haar Oekraïense werkster: Nastja is civiel ingenieur, maar kan na de afscheiding van de Sovjet-Unie in 1991 geen droog brood meer met haar vak verdienen. Haar land is vrij maar in chaos vervallen. Ze besluit haar uitzichtloze bedelaarsleven te verruilen voor een illegaal bestaan in Duitsland, waar ze met poetsen geld kan verdienen en haar familie in Kiev kan ondersteunen.

Gaandeweg lezen we hoe de Sovjetperiode diepe sporen heeft achtergelaten in Nastja’s leven en dat de heimwee naar het moederland wederom te groot blijkt.

Inschrijven nieuwsbrief