Banner trap
< terug naar eerdere favorieten

Tatjana over De slapende kinderen

Net bijgekomen van een periode die beheerst werd door een wereldwijde pandemie, bekroop me een ongemakkelijk gevoel toen ik de achterkant van De slapende kinderen las. Dit boek gaat namelijk over de aidsepidemie, die in de jaren ’80 en ’90 veel slachtoffers maakte. Ik kan me die angstige tijd met de bijbehorende stigmatisering van de homogemeenschap nog goed herinneren. Wat mij uiteindelijk over de streep trok, is dat Anthony Passeron aan de hand van het korte leven van zijn flamboyante oom beschrijft hoe er binnen zijn familie met de ziekte werd omgegaan. Ik heb het in één adem uitgelezen.

Passeron vertelt hoe zijn oom Désiré, als oudste zoon van een gerespecteerde slagersfamilie uit een klein Zuid-Frans bergdorpje, begin jaren ’80 in Amsterdam het hiv-virus oploopt door een geïnfecteerde heroïnespuit. Vanaf dat moment wordt hij doodgezwegen door zijn moeder die de familie-eer wil redden en niet kan verkroppen dat haar favoriete zoon een junk is die aids ontwikkelt. Maar diezelfde moeder rijdt dag in dag uit naar het ziekenhuis om aan het bed te zitten van haar zoon en later van haar kleindochter, die ook besmet blijkt.

Passeron wisselt dit hartverscheurende familieverhaal af met hoofdstukken waarin hij beschrijft hoe de wetenschap naarstig op zoek gaat naar de veroorzaker van aids. Ik had destijds geen idee dat enkele vasthoudende Franse wetenschappers, verwikkeld in een concurrentiestrijd met de Amerikanen, hun strijd tegen het virus niet opgaven. Met resultaat!

De Franse auteur Annie Ernaux vat dit boek prachtig samen:
‘Zonder ooit de stem te verheffen, is de stilte van een familie verbroken die over een tragedie hing. Een werk dat zo krachtig en zo ontroerend is dat het lang na het lezen blijft hangen. Magnifiek.’

Inschrijven nieuwsbrief