Onze favorieten
Beroepslezen
De leesclub van…
Lezende pubers
Grepen uit de geschiedenis
Jonge lezers
Braaf in de boekhandel
Inschrijven nieuwsbrief
‘Ik vind het goed om ook wel eens een boek te lezen dat je zelf niet zou kiezen.’
Toen ze vorige zomer voor het eerst bij elkaar kwamen, zaten ze nog maar nauwelijks of ze waren al aan het discussiëren over De acht bergen van Paolo Cognetti. De Zutphense leesclub bestaat uit vijf gepassioneerde lezers. Heerlijk vinden ze het, praten over boeken.
Vanavond bespreken ze Zomerlicht en dan komt de nacht, van de IJslandse schrijver Jón Kalman Stefánsson. ‘Een meeslepend verhaal,’ zegt Hein, die de avond heeft voorbereid. Hij zal iets over de schrijver vertellen en diens bijzondere schrijfstijl. ‘Het is met zoveel mededogen geschreven. Je leest over indringende belevenissen, en toch ademt het een soort lichtheid in de zware IJslandse sfeer.’
De achtergrond van de drie vrouwen en twee mannen die vanavond voor de vierde keer een boek bespreken, is heel verschillend. Natasja, de gastvrouw en een van de oprichters, is eigenlijk communicatiewetenschapper, maar werkt nu in het wijnbedrijf van haar partner. Carolien, medeoprichter, is logopediste; Marjolijn is psycholoog, Tobias is journalist en schrijver, vorig jaar verscheen zijn boek Levenskracht & Levensvragen, en Hein geeft nog steeds gitaarles, al is hij gepensioneerd.
Ze komen ongeveer elke zes weken bij elkaar en discussiëren dan over het boek dat ze de keer daarvoor samen hebben uitgekozen. ‘Dat vind ik altijd een leuk moment,’ zegt Carolien, ‘de keuze voor een nieuw boek.’ Ze nemen elkaars voorkeuren door, praten erover en komen dan soepel tot een gezamenlijke beslissing. Zo kozen ze De acht bergen van Paolo Cognetti, Mythos van Stephen Fry, en De winter voorbij van Isabel Allende. Tot nu toe steeds fictie, maar ze sluiten niet uit dat ze binnenkort ook een biografie gaan lezen.
‘Ik vind het goed om ook wel eens een boek te lezen dat je zelf niet zou kiezen,’ zegt Tobias. Zo zou hij zelf nooit aan De acht bergen zijn begonnen. Waarom niet? Omdat er een sticker van DWDD op zat, dat stuit hem dan tegen de borst. ‘Een vooroordeel,’ lacht hij.
Er is geen vast stramien voor de behandeling van een boek. Ieder heeft zo zijn eigen manier om een avond voor te bereiden. Marjolijn bijvoorbeeld, vindt het belangrijk om te weten of het boek je heeft geraakt, en hoe dan; ze wil ook graag weten of je het in éen ruk hebt uitgelezen of dat je er wat langer over hebt gedaan.
Gewoontes hebben ze inmiddels ook. De avond begint met thee. Als de wijn op tafel komt gaat het boek weg en bespreken ze andere zaken die hen interesseren. Of die toch ook weer met het boek te maken hebben. Zoals die keer dat ze zich afvroegen hoe de Grieken tegen de goden uit de Griekse oudheid aankijken, vertelt Natasja. Als verhalen op afstand? Of toch dichtbij? ‘Ik had gewild dat ik in Griekenland was opgegroeid,’ grapt Hein. ‘Die goden waren niet zo streng als de onze. Nee, het waren losbollen.’