Banner trap
< terug naar eerdere schrijftips

Martine Letterie

Foto © Mark Sassen


 

Sjoerd Kuyper zei ooit in een interview dat kinderboeken niet bestaan. Met die aanduiding worden immers boeken bedoeld die zowel door kinderen als volwassenen gelezen kunnen worden. Volgens hem zou er dus voortaan een onderscheid gemaakt moeten worden tussen boeken en volwassenenboeken. Dat lijkt me een goed plan, maar die omslag in denken zal ik in dit korte stukje niet van u vragen.

Dus blijft de vraag welke tips ik kan geven voor het schrijven van kinderboeken. Paul Biegels standpunt was dat ‘kinderboeken net zo mooi geschreven en uitgegeven moesten worden als volwassenenboeken’ en dat ben ik geheel met hem eens. Dus alle tips die mijn voorgangers op deze plaats hebben gegeven, gelden ook voor kinderboeken. Wat betreft onderwerpen en thema’s is er in principe geen taboe; uw aanpak zal bepalen of het uiteindelijk een boek wordt, of een volwassenenboek. Het bekroonde Doodgewoon van Bette Westera en Ingrid Godon is bijvoorbeeld een prachtig boek over de dood, dat laat zien dat de dood gewoon bij het leven hoort. Het wordt door zowel kinderen als volwassenen gewaardeerd.

De grootste valkuil is, dat u uzelf of uw toekomstige lezer niet serieus neemt. Een boek schrijven, dat doe je er niet even bij. Ook niet als het ‘alleen maar’ voor kinderen is.

Verdiep u van tevoren in uw onderwerp, lees wat hierover verschenen is voor kinderen – er is namelijk al ontzettend veel – en bedenk wat uw invalshoek uniek maakt. Tijdens het schrijven is het belangrijkste misschien wel dat u contact zoekt met het kind in uzelf. Zoals Erich Kästner zei: ‘Nur wer erwachsen wird und Kind bleibt, ist ein Mensch.’
Maar… u kunt dit natuurlijk ook allemaal terzijde schuiven en prinses of anderszins bekende Nederlander proberen te worden. Dan kunt u geheel (laten) schrijven wat maar in u opkomt!

Martine Letterie (Amsterdam, 1958) groeide op in Voorburg en studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde in Utrecht. Daarna stond ze ruim twaalf jaar voor de klas als lerares Nederlands op mavo, havo, vwo, meao en gaf de laatste vier jaar daarvan jeugdliteratuur op de Pabo in Doetinchem. Sinds haar eerste jeugdboek in 1996 is ze fulltime schrijver.

Inmiddels heeft ze al meer dan honderd boeken geschreven voor verschillende leeftijden. In 2015 is haar eerste non-fictieboek voor volwassenen verschenen: De genen van mijn vader, een familiegeschiedenis van 400 jaar. In 2017 is Kinderen met een ster met een Zilveren Griffel bekroond. Haar website vindt u hier.

Inschrijven nieuwsbrief