Onze favorieten
Beroepslezen
De leesclub
Jonge lezers
Grepen uit de geschiedenis
Het gedicht
Braaf in de boekhandel
Inschrijven nieuwsbrief
Lena over Naar de vuurtoren
Virginia Woolf is een van die schrijfsters van wie je misschien denkt dat haar boeken stoffige verhalen van vroeger zijn. Dit is naar mijn idee een grote misvatting; ik heb nog nooit een boek gelezen dat meer op het leven leek dan Naar de vuurtoren.
Het wordt vaak haar meest autobiografische werk genoemd. Woolf groeide op in een groot gezin in Engeland aan het einde van de 19de eeuw. ’s Zomers gingen ze naar hun zomerhuis in Cornwall, in de buurt van een vuurtoren.
In Naar de vuurtoren lezen we over de familie Ramsay en hun gasten. Mevrouw Ramsay is de moeder van het gezin van acht, ze is het toonbeeld van de Victoriaanse vrouw; liefdevol, moederlijk, zorgzaam en plichtbewust. Mr. Ramsay is een lastige man, zijn kinderen zien hem als een tiran. Bij hen te gast is de schilder Lily Briscoe, die moeite heeft met schilderen en met het leven. Het gezelschap wil de vuurtoren opzoeken maar dit plan zal pas tien jaar later, zonder mevrouw Ramsay, uitgevoerd worden.
Het is een boek waar je echt de tijd voor moet nemen, anders gaat de tekst helemaal langs je heen en dat is ontzettend zonde. Er zit namelijk zoveel schoonheid en waarheid in verscholen. Er komen zoveel aspecten aan bod: relaties, persoonlijke beleving en tijd, om de belangrijkste te noemen. Het perspectief wisselt telkens, subjectiviteit speelt dan ook een grote rol. Naar de vuurtoren moet je net als het leven zelf ondergaan.