Banner trap
< terug naar favorieten

Ine over Moeder, antimoeder van Jolande Withuis

Socioloog Jolande Withuis schreef een ijzersterk boek over haar vader, Raadselvader, en nu is er een portret van haar moeder: Moeder, antimoeder. Voor ons extra bijzonder omdat Jenny van Ringen geen personage uit een boek is maar een persoonlijkheid die wij ons nog levendig herinneren. Tot op hoge leeftijd kwam ze op haar stevige stappers door weer en wind naar onze lezingen. In onze computer vind ik nog het laatste boek dat ze op 5 juni 2015 bij ons bestelde: Johan W. van Hulst – pedagoog, politicus, verzetsman.

Op de omslagfoto van Moeder, antimoeder zien we een stralende jonge vrouw, die haar baby hoog boven haar hoofd zwaait. En op pagina 1 lezen we dat de dochter een bedorven dag had als iemand tegen haar zei dat ze op haar moeder leek.

De relatie tussen Jolande Withuis en haar moeder Jenny van Ringen was op zijn zachtst gezegd getroebleerd, in elk geval vanuit de dochter. ‘Ik was niet in staat haar aan te raken, te strelen of te omhelzen,’ schrijft Withuis, als haar moeder, 98 en dement, op haar sterfbed ligt. Waarom ze dat niet kan, blijkt uit het relaas dat daarna volgt. Het is beklemmend, pijnlijk en ontroerend om te lezen hoe moeder en dochter hun best deden om elkaar te naderen, hoe dat vaak mislukte en hoe dochter, na de dood van moeder, begrip kreeg en in een prachtig slothoofdstuk de fundamenten van haar moeders leven verbindt met de maatschappelijke context.

Jenny van Ringen (1921-2020) was een complexe vrouw die haar getraumatiseerde man op de rails wilde houden, die energie voor tien had, het geld beheerde, alle klussen in huis deed, twee kinderen opvoedde en nooit klaagde, een vrouw die als communiste alleen stond, in haar ambities door de overheid gedwarsboomd werd, geen vriendinnen had en door de geheime dienst tot in haar slaapkamer werd gevolgd. Ze deed alles wat ‘normale moeders’ niet deden, weigerde haar enige dochter op te voeden tot ‘meisjesmeisje’ en verdedigde haar kinderen met jiujitsu tegen agressieve communistenhaters.

Meest opmerkelijke zinnen in het boek: ‘Hoe mijn moeder de oorlogsjaren is doorgekomen is mij onbekend. Al was “de oorlog” bij ons thuis alomtegenwoordig, het was uitgesloten dat je er vragen over zou stellen.’

Grappigste scene, moeder tegen dochter in het verpleeghuis: ‘Niemand hier werkt. Ze zitten maar wat. Zelfs de krant lezen ze niet. Koffieleuten en tv-kijken. Hebben al die vrouwen niks beters te doen?’

Meest ontroerende zin: ‘Alles overziend grijpt het me aan hoe desolaat mijn moeders bestaan in mijn kinderjaren moet zijn geweest.’

Wat zou Jenny van Ringen van het boek gevonden hebben? Tot op hoge leeftijd corrigeerde ze de publicaties van haar dochter, heel precies en consciëntieus. Maar inhoudelijk spraken ze nooit ergens over, terwijl de onderwerpen die Withuis behandelde stuk voor stuk met hun verleden te maken hadden: oorlog, trauma, communisme, moederschap en vrouwelijkheid.

Zou Jenny tevreden zijn geweest? Ik denk het wel. Moeder, antimoeder is een prachtig portret van een stoere en fiere vrouw.

Inschrijven nieuwsbrief