Banner trap
< terug naar eerdere gedichten

Miriam Van hee

Zomer (2)

Achter is de tuin een wieg
vol groene warmte.
Niets dan allerhande vogels
horen wij en in de tuinen
der buren de kopjes koffie
het verstrooide lachen.
En later ’s avonds het
bevende lichtje van een vermoeide
fietser suizend onder de bomen.
Nog later ’s nachts in de kamer
slapeloos denken wij.

Het land binnen te bewonen
wat is het moeilijk geworden.

Dit gedicht van Miriam Van hee (Gent, 1952) staat in de verzamelbundel met werk dat ze tussen 1978 en 1996 publiceerde. Het verband tussen de dagen (1998) luidt de titel, die al meteen de constant aanwezige dubbele lading verraadt: immers, het verband tussen de dagen is voor de meesten van ons een handig gegeven waar we zelden of nooit bij stilstaan. Zo is het vandaag, de dag waarop ik dit schrijf, vrijdag. Bijna weekend. En eind mei, bijna zomer. Maar de dichter Van hee wil uit het dag in, dag uit voortschrijdende leven de krachten extraheren die alles bijeenhouden en in die vraag ligt het gevoel, het besef, de angst besloten dat er misschien helemaal geen verband tussen de dagen bestaat.

In poëtische zin valt daar iets aan te doen. Van hee tracht het verband zelf aan te brengen, gedicht na gedicht. Je zou zeggen: vreemd om een verzameling van je bundels uit te brengen als je nog lang niet aan het einde van je dichten, nog lang niet aan het einde van je dagen bent. (Er zouden nog verscheidene bundels volgen.) Maar al lezend wordt duidelijk, zonneklaar zelfs, sneeuwhelder, dat de begrenzing van de bundels in wezen onnatuurlijk is. In werkelijkheid gaat het ene seizoen als vanzelf over in het volgende, het boek ligt levenslang open.

Van hee laat zich leiden door de seizoenen, in het bijzonder de winter, die in de bundel Ingesneeuwd (onderdeel van de verzameling) bladzij voor bladzij het dragend thema vormt. Een jaargetijde passend bij haar karige, aandachtige woordgebruik. En je denkt: jammer dat zich de afgelopen decennia zo weinig winters hebben voorgedaan. Het gaat er in mei tot op heden ook al behoorlijk zomers warm aan toe. Van hee had het gedicht Zomer (2) eigenlijk voor de komende maanden bedoeld. De klimaatverandering doet afbreuk aan het verband tussen de dagen.

Inschrijven nieuwsbrief