Onze favorieten
Beroepslezen
De leesclub van…
Pubers en poëzie
Grepen uit de geschiedenis
Jonge lezers
Braaf in de boekhandel
Inschrijven nieuwsbrief
Boekenclub De IJssel
De trek naar ons mooie Oosten raakt ook de wereld van de boekenclubs. Alissa, Janne en Laura zijn alle drie lid van de Amsterdamse boekenclub De BonteKraaien Fanclub, en na hun verhuizing naar Gorssel en Deventer was dochterboekenclub De IJssel snel een feit. Net als bij De Bonte Kraaien Fanclub is de enige kwalificatie-eis voor potentiële nieuwe leden dat er een haakje moet zijn met een zittend lid. Inmiddels lezen ook Judith en Marieke in IJsselclub-verband. Omdat het buiten te koud en binnen te virusvriendelijk is komt de club even niet bijeen en heb ik een bel-interview met Janne.
Uw interviewer had deze keer weinig moeite het clubmotto te ontdekken. Bij zowel moeder- als dochterclub is dat een duidelijk laissez faire. Als de gastvrouw van de avond laat weten dat ze een kwartier later dan gepland thuis is dan maakt niemand zich druk. En als het boek niet of niet helemaal gelezen is ben je nog steeds welkom en ook dan mag je gewoon meepraten. Als ik goed geluisterd heb dan is het zelfs wel voorgekomen dat niemand van de clubgenoten het gekozen boek tot zich genomen had of dat omwille van de leestijd gekozen was voor het boekenweekgeschenk.
Ingewikkeld is het ook niet bij de keuze van het te lezen boek. Wie heeft een goed idee? Oké en dan mag je het boek de volgende keer ook inleiden. Op de avond zelf is het eerst ‘bijkletsen’. Daarna geeft iedereen het boek een cijfer van 1-10. Het cijfermatig meest controversiële boek was tot nog toe Een klein leven van Hanya Yanagihara. De cijfers varieerden van 3 tot 10. Die compleet verschillende becijfering stond overigens een mooie avond niet in de weg want of een boek nu goed of slecht bevonden wordt, een haakje met je eigen leven is altijd wel aanwezig en uiteindelijk gaat het ook bij leesclub De IJssel om dat haakje: waardoor en waarom word ik geraakt en waaraan doet het me in m’n eigen leven denken?
Bij de eigenlijke bespreking heeft de inleider meestal wat vragen voor de anderen, variërend van ‘wat bedoelt de schrijver daar?’ en ‘waarom heeft het boek geen einde?’ tot ‘wat vinden we van het …thema in dit boek?’ Pietepeuterige vragen komen er niet in, laat staan zware ontleedkunde. Naar het bescheiden gevoelen van uw interviewer komen er voorlopig ook geen mannen bij deze IJssel-leesvreugde. De enkele keer dat er toevallig een man bij was ging hij het besproken boek met veel details ontleden. Dat was dus niet de bedoeling; een klein leven geeft stof tot een goed gesprek, maar kleine details doen dat niet.
Het volgende te lezen boek is Het leven speelt met mij van David Grossman. Dat zit wel goed bij boekenclub De IJssel.
Interview: Herman Krans