Onze favorieten
Beroepslezen
De leesclub van…
Pubers en poëzie
Grepen uit de geschiedenis
Jonge lezers
Braaf in de boekhandel
Inschrijven nieuwsbrief
Boekenkring Misschien De Kolibrie
De zes jaar oude leesclub van Betty, Gilles, Henk, Jeanet, Joke, Lida, Liesbeth en Pieter is vanwege het Virus al een tijd niet bij elkaar geweest, maar hoopt in september weer te kunnen beginnen. Op gepaste afstand spreek ik een paar leden van de club en als altijd ben ik vooral nieuwsgierig naar de vraag: wat maakt deze leesclub bijzonder?
Is het de naam? Niet echt.
De club heeft (nog) geen naam, al vindt men dat dat eigenlijk wel hoort als je voor deze rubriek geïnterviewd wordt. Als mogelijke namen hoor ik ‘De Boekenkring’ en ‘De Kolibrie’. Voor deze nieuwsbrief houd ik het op ‘Boekenkring Misschien De Kolibrie’.
Zijn het de leden van Boekenkring Misschien De Kolibrie? Ja en nee.
Alle acht zijn ze volstrekt uniek, maar dat hebben ze met u en mij gemeen dus echt apart is dat niet. Wel bijzonder is het aantal zielzorgers bij deze club (minstens vier). En verder is een van de acht vroeger professioneel (betaald) boekenkringbegeleider geweest, maar dat is, als ik het goed begreep, nog maar heel zelden te merken.
Is het de boekenkeuze? Neen.
Om beurten stelt iemand volgens het reglement twee zelf-reeds-gelezen boeken voor, waaruit de groep er dan min of meer democratisch één kiest.
Het verloop van de avond? Misschien.
Diegene die het boek voorstelde heeft (in theorie) ook de leiding over de avond en begint met een gedegen inleiding over schrijver en boek. Het gesprek daarna verloopt soms gestructureerd over ieders visie op het boek, maar soms ook blijft het gesprek hangen bij een enkel thema. Tot zover weinig nieuws onder de boekenclubzon. Bijzonder is wel de duidelijke grens die Boekenkring Misschien De Kolibrie legt tussen boekbespreking en nazit: koffie / thee bij de bespreking en wijn na afloop.
Omgang met het besproken boek? Toch wel.
Als voorbeeld geef ik de bespreking van De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld. ‘Dat gezin moet door elkaar geschud,’ zei de een, ‘Het wordt tijd voor een therapeutisch gesprek,’ zei de ander en ‘Door elkaar rammelen de ik-figuur,’ zei een derde. Het is natuurlijk knap van Rijneveld dat ze een dergelijke reactie weet op te roepen, maar ik ken toch weinig lezers die romanfiguren willen veranderen.
Naast die bijzondere veranderneiging herkennen ook deze leesclubbers in de besproken boeken de ups en downs van echte levens en helpt het lezen van en het spreken over boeken hen om steviger te staan tegenover hun eigen levensverhaal.
Omgang met elkaar? Als altijd bijzonder.
Boekenkring Misschien De Kolibrie houdt niet van gepsychologiseer of anderszins gespit en gewroet; het verhaal is genoeg. Maar ook bij deze leesclub is het verhaal van de boeken niet meer dan de kapstok, het decor, en gaat het vooral om het contact met elkaar. Een boek zelf lezen, het boek zien door de leesbril van de anderen en ondertussen elkaar beter leren kennen. Wat wil je nog meer.
Wat leert ook deze leesclub ons?
Houd je van boeken en van mensen? Leve de leesclub!
Herman Krans