Banner trap
< terug naar eerdere schrijftips

Mensje van Keulen

Foto: Bianca Sistermans


Ooit schreef ik het verhaal De kunst van het kijken. Ik vertel daarin hoe de directeur van mijn middelbare school me, nadat ik had gespijbeld, bij zich liet komen. Kalm zei hij: ‘Kijk naar dit bureau. Kijk naar mijn pen op dit bureau.’ Hij pufte even aan zijn pijp. ‘Kijk naar het raam achter me. Kijk naar de kastanjeboom daarachter.’ Puf puf. ‘Kijk naar die boom en neem de schoonheid ervan in je op. Ervaar de kunst van het kijken. Het maakt het leven zoveel rijker. Kijk naar de dingen. Puf puf. Kijk naar mij. Kijk naar mijn oren, mijn neus, mijn pijp. Kijk niet zolang als nodig is, maar kijk langer, kijk beter, en je ziet steeds meer.’

Ik beschreef dat ik, terwijl ik naar hem keek, me voorstelde hoe het zou zijn als die brave man bij zijn vrouw in bed lag, hoe hij gestoord werd door het gedrein van een van zijn elf kinderen en hoe, toen hij weer rustig in bed lag, op de stoep voor zijn huis een man opdook met een tas waarin een ruitentikker en een breekijzer zaten. De man kon ook nog een mes bij zich hebben en een touw om de directeur vast te binden, rug aan rug met zijn vrouw. En dan waren de kindertjes aan de beurt, een voor een.

In werkelijkheid herinnerde ik me dat de directeur me bij zich liet komen en opmerkte dat ik goed moest opletten, maar hoe hij dat precies heeft verwoord wist ik niet meer.

Lang niet altijd is het de flard van een herinnering die de verbeelding zijn gang laat gaan, het kan een voorwerp zijn, een paar woorden die ik opvang, of het komt, en dat is meestal het geval, zomaar uit het niets. Zo doemde de vrouw in het titelverhaal van de bundel Ik moet u echt iets zeggen op en ze bleef dat doen met haar schrijnende geschiedenis, steeds sterker. Ook de vrouw die vier mannen in een zomerhuisje ontvangt kreeg me op die manier te pakken, en de vrouw die haar ring verliest en het haar man niet durft te vertellen, en de weduwnaar die een ongewone dag beleeft, enz.

Ik zie de personages in hun verhaal, nu eens vaag, dan weer helder, voor me. Ze verrassen me, laten me schrikken, vrolijken me op, houden me uit mijn slaap (wat prettig kan zijn). Het is het geestesoog dat kijkt, maar de verbeelding heeft legio kronkelwegen in petto. Aan mij de keuze als ik de pen oppak.

Mensje van Keulen, maart 2021

Mensje van Keulen debuteerde in 1972 met Bleekers zomer en kreeg in 2014 de Constantijn Huygensprijs. Begin dit jaar ontving ze de J.M.A. Biesheuvelprijs voor Ik moet u echt iets zeggen. Volgens de jury imponeerde de bundel ‘met haar ongekend natuurlijk klinkende dialogen, geraffineerde plots die telkens naar een even verrassende als bevredigende ontknoping toewerken en psychologische schetsen die in een paar nonchalante zinnen een compleet universum suggereren.’

Inschrijven nieuwsbrief