Nieuwsbrief
Onze favorieten
Beroepslezen
De leesclub
Jonge lezers
Grepen uit de geschiedenis
Het gedicht
Braaf in de boekhandel
Inschrijven nieuwsbrief
Onze favorieten
Anna over Het laatste voorjaar van Minke Douwesz
Een door haarzelf geschreven in memoriam voor literair tijdschrift Tirade blijft haar tot op heden achtervolgen. Maar veertien jaar na haar laatste boek, verschijnt er toch echt een nieuwe roman van de springlevende Minke Douwesz: Het laatste voorjaar.
Twee boeken schreef Douwesz eerder: Strikt, over de ontwikkeling van een liefde, en Weg, over het einde en de nasleep van een relatie. Voor die laatste ontving ze de Opzij Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs.
Zoals altijd is haar hoofdpersonage een nuchtere, ietwat stugge lesbische vrouw van wie je steeds meer gaat houden. In Het laatste voorjaar is dat Ese Jelles, lerares Duits van een jaar of vijftig, die na jaren trouwe dienst op een dag spontaan ontslag neemt en besluit om naar de Krim te fietsen, naar het huis van Tsjechov.
In haar kenmerkende realistische en gedetailleerde schrijfstijl, gelardeerd met onderkoelde humor, beschrijft Douwesz Ese’s tocht. Met toneelwerken van Tsjechov en Paustovski’s Verhaal van een leven in haar fietstas gaat ze op reis, door Duitsland, Polen en Oekraïne. De fietstocht wordt afgewisseld met verhaallijnen in het verleden – zowel over de afgelopen jaren, waarin ze zich steeds meer is gaan ergeren aan de onstuitbare en zinloze onderwijsvernieuwingen op haar school, als over haar relatie met haar grote liefde Martie, die onlangs is overleden. Ondertussen maakt Ese zich druk om de wereld, die in haar ogen in rap tempo ten onder gaat. Ik kon niet stoppen met lezen!
Anna Krans groeide op tussen de boeken, werkte als scholier bij Van Someren & Ten Bosch en studeerde Spaans en Europese studies. Tegenwoordig is ze verantwoordelijk voor de verkoop bij uitgeverij Van Oorschot, werkt ze als freelance redacteur voor diverse uitgeverijen en is ze één dag in de week boekverkoper in onze winkel.
Bram over De geschiedenis van het heelal in 21 sterren (en 3 bedriegers) van Giles Sparrow
De geschiedenis van het heelal in 21 sterren (en 3 bedriegers) is een fascinerende gids door de kosmos. Auteur Giles Sparrow heeft een speelse manier gevonden om met behulp van 21 sterren en 3 ‘bedriegers’ het verhaal van het heelal te vertellen. In elk hoofdstuk legt hij via een ster uit hoe het heelal zich heeft ontwikkeld, hoe het nog steeds evolueert en hoe we dit dankzij deze ster weten.
Ook de ‘bedriegers’ zijn leuk, want door deze nepsterren zijn we erachter gekomen dat we toch niet álles wisten van het heelal. Zij zorgden ervoor dat we nieuwe ideeën moesten bedenken en oude theorieën moesten aanpassen. Neem bijvoorbeeld de Andromedanevel, een ‘ster’ die een geheel ander sterrenstelsel bleek te zijn. Blijkbaar was de Melkweg niet het enige sterrenstelsel!
Door de handige plaatjes, bedoeld om de desbetreffende sterren zelf aan de sterrenhemel te vinden of om moeilijke sterrenkunde makkelijk te maken, is dit boek perfect voor iedereen die astronomie interessant vindt, van beginner tot gevorderde. Ook voor mij, als student sterrenkunde, was het een fijne en leerzame leeservaring. Wat mij vooral aansprak, waren de vele aansporingen om de besproken sterren zelf te gaan ontdekken. Dat was een welkome aanvulling op mijn studie, waarin we ons meestal focussen op de theorie en niet op het sterrenkijken zelf.
Bram van den Berg studeert natuur- en sterrenkunde. Daarnaast verdiept hij zich in taal en literatuur. Hij werkt op zaterdag in onze boekhandel.
Herman over De diepst verborgen herinnering van de mens van Mohamed Mbougar Sarr
‘Sarr vertelt op virtuoze wijze over de zoektocht naar de verdwenen schrijver van een verloren gewaande cultklassieker. Het resultaat is een verslavend verhaal van een queeste die hele continenten doorkruist, en die verweven is met de complexe erfenis van het kolonialisme.’
Tot zo ver de flaptekst, en die klopt, maar u weet eigenlijk nog niks. De inhoud en, vooral, de impact vertellen van de 461 pagina’s gaat mijn pennenkrachten te boven, dus u zult het moeten doen met wat invalshoeken bij De diepst verborgen herinnering van de mens van Mohamed Mbougar Sarr.
– De diepst verborgen herinnering van de mens is, net als jaren geleden Honderd jaar eenzaamheid, hallucinerend.
– Lezend en meelevend weet je vaak niet meteen wie er aan het woord is; een mooie illustratie van een groot thema: woorden en daden van iedereen kennen diepst verborgen bronnen.
– Het boek dat alle andere overbodig maakt bestaat niet, maar je mag geloven dat het wel bestaat.
– Een lekkere whodunnit.
– Kolonialisme is ingewikkelder dan je al wist.
– Op de achtergrond zingen veel boeken mee. Zelfs het ‘Liever niet’ van de klerk Bartleby kwam met bronvermelding voorbij.
– Je wordt met je neus op je eigen woorden (‘zijn ze van mij?’) en je eigen daden (idem) gedrukt.
– Kortom: lezen! (en doe daar geen weken over want dan wordt het misschien verdwalen in plaats van aangenaam hallucineren).
Sinds 1987 is Herman Krans advocaat in Zutphen. Hij houdt zijn hele leven al van boeken (‘Wat is er leuker dan boeken?’) en werkt met groot genoegen op vrijdagavond en zaterdag in de winkel van zijn vrouw Ine.
Ine over de wandelboekjes Terloops
Als ik even niet meer weet wat ik wil lezen dan grijp ik graag naar de wandelboekjes van Van Oorschot. Terloops heten ze en stuk voor stuk zijn het juweeltjes. Rotte appels kent de serie niet, alleen de beste auteurs mogen eraan bijdragen. De boekjes, ze passen in je jaszak, zijn interessant en informatief, goed geschreven, soms heel geestig (Gerbrand Bakker) en ze brengen je altijd in een buitengewoon prettige stemming.
Bijna heel Zutphen heeft inmiddels wel Marjoleine de Vos’ filosofische wandeling rond haar Groninger huis Je keek te ver gelezen. Maar nog relatief onontdekt is Sander Kollaards prachtige boekje met de uitnodigende titel Lentehonger, over het Zweedse voorjaar, de frisheid ervan, het licht en de kleur. Het ontroerende Dassenpad van Jacques Vriens voert je door een eeuwenoude holle weg in het heerlijke Limburgse land. En in het stadse en nostalgische Met moeder mee wandelt Joyce Roodnat door Amsterdam Oost, de buurt waarin zij opgroeide. Allemaal zeer van harte aanbevolen!
Ine Soepnel studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, werkte jarenlang in de uitgeverij en is sinds 1 februari 2015 boekhandelaar in de stad waarin ze al sinds 1985 woont.
Lena over Naar de vuurtoren van Virginia Woolf
Virginia Woolf is een van die schrijfsters van wie je misschien denkt dat haar boeken stoffige verhalen van vroeger zijn. Dit is naar mijn idee een grote misvatting; ik heb nog nooit een boek gelezen dat meer op het leven leek dan Naar de vuurtoren.
Het wordt vaak haar meest autobiografische werk genoemd. Woolf groeide op in een groot gezin in Engeland aan het einde van de 19de eeuw. ’s Zomers gingen ze naar hun zomerhuis in Cornwall, in de buurt van een vuurtoren.
In Naar de vuurtoren lezen we over de familie Ramsay en hun gasten. Mevrouw Ramsay is de moeder van het gezin van acht, ze is het toonbeeld van de Victoriaanse vrouw; liefdevol, moederlijk, zorgzaam en plichtbewust. Mr. Ramsay is een lastige man, zijn kinderen zien hem als een tiran. Bij hen te gast is de schilder Lily Briscoe, die moeite heeft met schilderen en met het leven. Het gezelschap wil de vuurtoren opzoeken maar dit plan zal pas tien jaar later, zonder mevrouw Ramsay, uitgevoerd worden.
Het is een boek waar je echt de tijd voor moet nemen, anders gaat de tekst helemaal langs je heen en dat is ontzettend zonde. Er zit namelijk zoveel schoonheid en waarheid in verscholen. Er komen zoveel aspecten aan bod: relaties, persoonlijke beleving en tijd, om de belangrijkste te noemen. Het perspectief wisselt telkens, subjectiviteit speelt dan ook een grote rol. Naar de vuurtoren moet je net als het leven zelf ondergaan.
Lena van Halen studeert biologie en danst en leest graag. Ze werkt op zaterdag in onze boekhandel.
Tatjana over Saturnin van Jakub Małecki
Na Roest komt Jakub Małecki opnieuw met een prachtige roman, waarin de Tweede Wereldoorlog de rode draad vormt. Saturnin is een familiekroniek die drie generaties omspant. Het verhaal begint met een telefoontje van Saturnins moeder dat opa Tadeusz spoorloos is verdwenen. In Saturnins zoektocht naar zijn grootvader legt Małecki subtiel bloot hoe de gruwelen die Tadeusz heeft meegemaakt in de oorlog doorwerken in de levens van Tadeusz, zijn dochter Hania en kleinzoon Saturnin. Dat hier niet over gesproken wordt, is misschien nog wel erger. Het leidt tot schaamte en eenzaamheid. Małecki verwoordde het mooi in een interview: ‘Ik denk dat in veel huizen nog steeds veel meer wordt gesproken over aardappelen, waspoeder en benzineprijzen dan over verliefdheid of teleurstelling.’
Małecki karakteriseert zijn personages met verschillende vertelperspectieven en in diverse vertelvormen, wat het verhaal interessant en bij vlagen zelfs magisch maakt. Zijn stijl is echter direct en zonder poespas en dit maakt Saturnin voelbaar tot op het bot. Dit laatste is ook zeker de verdienste van vertaler Karol Lesman.
Alvast een klein voorproefje:
‘Toen ik nog in Kwilno woonde gingen we weliswaar elke zondag naar de kerk, maar volgens hetzelfde principe als volgens welke we naar verjaardagen, doopfeesten en bruiloften gingen. Ma, opa en ik behoorden tot de mensen die wel geloofden maar zonder overdrijven.’
En nog een tip voor wie het gaat lezen: lees het nawoord ook pas echt aan het eind.
Tatjana Stuckelschwaiger studeerde Russische taal- en letterkunde in Leiden en werkte jarenlang bij het ministerie van Defensie. Ze woont met haar gezin in Zutphen. Naast de klassieke ‘Russen’ leest ze graag historische romans.