Onze favorieten
Beroepslezen
De leesclub van…
Pubers en poëzie
Grepen uit de geschiedenis
Jonge lezers
Braaf in de boekhandel
Inschrijven nieuwsbrief
Adri 25 jaar in dienst
Ze is het best bewaarde geheim van onze winkel: boekhoudster Adri, die al sinds 1 november 1998 de financiële administratie bestiert. Haar kantoortje lijkt zo uit de film Being John Malkovich te komen, waarin een archivaris op afdeling 7½ werkt, een afdeling van een halve etage hoog tussen de zevende en achtste verdieping.
Wie bij ons naar boven loopt, ziet tegenover de ramsjtafel een smalle doorgang met daarachter een kleine ruimte met een simpele boekenkast en een bureau. Om er te komen moet je, net als in de film, een diepe buiging maken – menig boekverkoper heeft al zijn hoofd gestoten. De meeste klanten gaan aan haar voorbij. Een enkeling vraagt om advies, maar die verwijst Adri resoluut naar beneden.
Ze weet nog hoe ze als scholier haar hele zakgeld bij de boekwinkel kwam uitgeven. In het voorbijgaan keek ze altijd even welke Witte Raven-pockets op het randje in de portiek stonden uitgestald: De Vijf en Pitty naar kostschool van Enid Blyton, de boeken van Leni Saris of Blijf lachen Irmgard van Irmgard Smits. Ze verslond ze allemaal. Nooit had ze kunnen vermoeden dat ze ooit in deze winkel zou gaan werken en al helemaal niet dat ze er vijfentwintig jaar zou blijven. In al die tijd is ze in de boekhandel maar één keer verhuisd: toen de computer zijn intrede deed, schoof ze een bureaustoel op. Het kasboek hoefde niet langer met de hand geschreven te worden. Jammer, want ze is dol op (vul)pennen.
In een allerkeurigst handschrift heeft Adri een lijstje bijgehouden van de zaterdaghulpen, tussenjaarmeisjes (en een enkele jongen) en boekverkopers die zij in de loop van al die jaren voorbij heeft zien komen: het zijn er maar liefst 58. Vanuit haar ‘stuurhut’, zoals een klant haar plekje ooit noemde, voelt ze zich nauw verbonden met wat zich in de rest van de van de winkel afspeelde. Bijzondere gesprekken met klanten, hartstochtelijke boekbesprekingen tussen collega’s en veel vrolijke ongein: vooral collega Hanz Mirck had daar een handje van. Dan landde er ineens een dropje op haar bureau. Dat kon ze natuurlijk niet voor de neus van een klant weer naar beneden gooien, dus niette ze het aan een elastiekje en liet het weer zakken.
Goede herinneringen bewaart ze ook aan alle optredens die op de befaamde trap plaatsvonden. Vooral de zaterdagochtend dat ze zat te werken en Freek de Jonge al zingend en voorlezend zijn nieuwe boek presenteerde, is haar altijd bijgebleven. ‘Wie heeft er nou zo’n werkplek?’ verzucht ze.
Tekst en foto: Jacinthe Sykora